Geweldloze communicatie is een vorm van communicatie die je kunt leren waardoor je minder weerstand ervaart tijdens een gesprek. Of je nu een negatieve boodschap ontvangt of de ander iets duidelijk wilt maken, voor beide situaties krijg je handvatten om in gesprek te gaan. Je gaat met deze methode ontdekken waar het werkelijk om gaat bij de ander of jezelf.
We zijn over het algemeen slecht in staat om onze woorden zo te kiezen dat we duidelijk zijn in wat we echt bedoelen. Vaak weten we niet eens wat onze gevoelens zijn laat staan dat we weten wat onze behoeftes zijn.
Dus in plaats van geïrriteerd of boos te worden kun je nu elkaar helpen helderder te krijgen wat we eigenlijk willen zeggen.
Hierbij is het belangrijk dat je een onderscheid maakt tussen waarnemen en oordelen. Zodra je je waarneming combineert met een oordeel vat de ander dit op als kritiek en zal zich defensief opstellen.
Door je te richten op specifieke tijd- en contextgerichte waarneming blijf je uit je oordelen.
O - Je bent te goedgeefs.
W - Als ik zie dat je al je geld aan anderen geeft dan vind ik je te goedgeefs.
O - Guus loopt er de kantjes van af.
W - Guus werkt alleen op de avond voor zijn deadline.
O - Ik zie dat je verdrietig bent.
W - Er rollen tranen over je wangen, wil je me vertellen wat er aan de hand is.
O - Janneke is lui.
W - Als zij dienst heeft ligt de was nog vaak in de wasmand.
Voor velen van ons is dit heel lastig. We vullen heel veel in voor onszelf of anderen.
Vraag jezelf vaker af: is dit een waarneming of een oordeel? Of mening.
Je gevoelens herkennen en uiten is belangrijk in je communicatie met anderen. Hoe duidelijker je bent, hoe makkelijker het voor de ander is om je boodschap te begrijpen. Ruis ontstaat op het moment dat zender en ontvanger het over verschillende dingen gaan hebben.
Onze zoon stoort zich aan het geklets van zijn klasgenoten. Op het moment dat hij ze uitscheldt (woorden die passen bij wat hij van ze vindt) ontstaat er een woordenwisseling die te maken heeft met de inhoud van zijn woorden. Als hij zou zeggen: ‘Ik raak gefrustreerd en word moe omdat ik mijn werk niet kan doen als jullie zo door elkaar blijven praten. Willen jullie ajb je mond voor 15 minuten dicht houden?’ dan zou hij mogelijk iets bereiken.
Ontwikkel een woordenschat waarmee je specifieke gevoelens duidelijk kunt identificeren en benoemen.
Je gevoel uitspreken wordt gezien als zwak maar is een ingang tot echt contact.
Tijdens een conflict verharden we en dit maakt het lastig om je gevoel uit te spreken, zodra het je toch lukt zal je beweging in het conflict gaan merken.
Welke behoefte ligt er aan je gevoel ten grondslag? Wat anderen zeggen of doen kan wel de aanleiding maar nooit de oorzaak van onze gevoelens zijn. Als je je boos voelt kun je jezelf afvragen welke behoefte je hebt. Als je je eenzaam voelt kun je een andere behoefte hebben dan als je je verdrietig voelt. Wat je kan helpen is te kijken onder welke van deze zes categorieën jouw behoefte valt:
Wat zou je graag van de ander willen om je leven te verrijken. Het is een uitdaging om hierbij vage, abstracte of onduidelijke bewoording te vermijden en bevestigende actietaal te gebruiken. Ontdek wat je wel graag wilt. We zijn geneigd om te zeggen wat we niet willen maar dat werkt niet. Vaak krijgen we dan ook wat we niet willen.
Een verzoek is alleen een verzoek als de ander de vrijheid heeft om er in mee te stemmen. Verzoeken worden geïnterpreteerd als een eis wanneer anderen menen dat ze berispt of gestraft worden als ze er niet aan voldoen. Je kunt iemand verzoeken tot het doen van de was, maar niet dwingen. Je kunt iemand verzoeken tot het achter het lint blijven staan op veilige afstand, maar niet dwingen.
Eerst is het goed om te weten dat er vier manieren zijn om met een negatieve boodschap om te gaan:
Bijvoorbeeld. X zegt: Jij bent een arrogante kwast.
Waarnemen:
Voorkom dat je in je eigen emotie stapt. Schakel direct over naar wat je waarneemt. Begin een zin met: ‘Reageer je zo op mij omdat (vul hierin waarom je denkt dat de ander dit zegt) ik hier de leiding neem? Stel deze vraag net zolang totdat de ander je bevestigt. ‘Reageer je zo op mij omdat ik nieuw ben en mijn plek moet weten?’
Gevoel:
Neem waar welk gevoel de ander daarbij heeft gevoelt.
‘Erger je je aan mij omdat ik je niet gevraagd hebt wat jij denkt dat we moeten doen? Of ‘Ben je boos omdat ik zonder overleg beslissingen heb genomen?’ Als de ander niet bevestigt wat je zegt kun je na de tweede keer vragen: ‘Wat voel je erbij als ik me gedraag als een arrogante kwast?’
Behoefte:
Verplaats je in de ander en spreek de behoefte die de ander mogelijk heeft uit. ‘Zou je het prettig vinden als de besluiten tijdens het overleg worden genomen?’ of ‘Zou je het op prijs stellen als iedereen eerst een beeld heeft van de situatie voor we besluiten nemen?’
Je mag ook vragen wat de behoefte van de anders is.
Verzoek:
Help de ander met het formulieren van het verzoek. ‘Je wilt graag dat ik niet in mijn eentje besluiten neem maar het overleg daarvoor gebruik’.
Je bent vrij om zijn verzoek wel of niet in te willigen. Meestal als je op deze manier met anderen omgaat ondanks dat de ander in het begin ongenuanceerd tegen je tekeer ging ben je in een hele korte tijd weer in relatie en is het inwilligen van hun verzoek, oké.
Je blijft uit de inhoud en stapt zo in het proces waarin het duidelijk is geworden wat de ander eigenlijk van je wil.
Verander de wereld, begin bij jezelf ;)
Waarnemen:
Als je irritatie door een persoon komt kun je jezelf aanleren om waar te nemen wat er nu gebeurt. In plaats te gaan zuchten als iemand lang van stof is kun je de ander vragen om zijn antwoord kort, duidelijk en relevant te geven.
Gevoel:
Ga op zoek naar hoe je je voelt en maak een zin die begint met: ‘Ik voel me erg onrustig worden als je zo lang van stof bent.’ Waarin je een waarneming omschrijft niet een oordeel geeft over de ander. Bij ieder oordeel zal de ander in de verdediging gaan en je wilt het nu over jezelf hebben.
Behoefte:
Ga opzoek naar je behoefte. Wat is je behoefte?
‘Ik heb behoefte om op tijd klaar te zijn met dit overleg.’ Ik heb behoefte om iedereen aan het woord te horen en niet één persoon.’ ‘Ik heb de behoefte aan relevante informatie-uitwisseling tijdens dit overleg, een privé gesprek houd ik liever op een ander moment.’
Verzoek:
Bedenk wat je verzoek is. ‘Kunnen we ons aan de agenda houden en over één uur klaar zijn?’ Kunnen we het alleen over relevante zaken hebben?’
Denk erom dat je verzoek gericht is op wat je wel wilt en niet op wat je niet wilt. Actietaal is kort duidelijk en direct.
Het is een verzoek, het kan zijn dat de ander ervoor kiest om je verzoek niet in te willigen. Ga dan op zoek naar een oplossing.
‘Mag ik dan als het niet relevant is vragen om terug te komen tot de kern.’ Dit zou een alternatieve oplossing kunnen zijn.
Je kunt niet veel fout doen als je deze vorm van communiceren aanleert.
Iedere vorm van weerstand geeft aan dat je onvoldoende gericht bent op de ander, dat je teveel hebt geoordeeld, dat je onvoldoende hebt geluisterd en onvoldoende rekening hebt gehouden met de behoefte van een ander.
Mogelijk ben je zelf onduidelijk geweest over je gevoelens, behoefte en verzoek. Herformuleer en ga opnieuw in gesprek.
geïnspireerd door Marshall Rosenberg
... of lees één van de onderstaande tips.