Locus of control.

In deel één kon je lezen over de invloed van coherentiezin die gezondheid en welbevinden stimuleren na een traumatische ervaring. Deze week gaat over locus of control. Psycholoog Julian Rotter was van mening dat het nogal uitmaakt hoe je tegen een situatie aankijkt. Volgens hem hangt je gedrag niet alleen af van jouw objectieve gedachten over de relatie tussen je gedrag en de daaropvolgende bekrachtiging (beloning of straf) maar ook van de overtuiging die je hebt over deze relatie.

Intern locus of control.

Je bent ervan overtuigd dat je prestaties afhankelijk zijn van je eigen vaardigheden, je spant jezelf in om te leren en te verbeteren. Je gelooft dat de beloning of de straf die je krijgt afhankelijk is van jouw gedrag en dat dit controleerbaar is.

Extern locus of control.

Je bent ervan overtuigd dat je prestaties afhankelijk zijn van toeval. Je werkt minder hard en je verbetert jezelf nagenoeg niet tijdens een oefensessie. Je ziet geen enkel verband tussen je eigen gedrag en de gevolgen die je ondervindt. Je zult bij naderend onheil minder voorzorg nemen om de schade te beperken, omdat het volgens jou toch geen verschil maakt. Je ervaart eerder hulpeloosheid bij tegenslag.

Psychologen zijn er nog niet uit of dit ontstaat door conditionering of kenmerkend is voor je persoonlijkheid. Volgens beide gedachtegangen kun je er niet zoveel aan doen dat je meer een externe locus of control hebt.

Strumpfer ontdekte dat als je een intern locus of control hebt dat je sneller opveert na een traumatische ervaring. Je bent beter in staat om regie te voeren op je vervelende ervaring omdat je gelooft dat je invloed hebt.

Hoe herken je iemand met een extern locus of control?

  • Ze geven altijd de ander de schuld.
  • Ze geven altijd de omstandigheden de schuld.
  • Gedragen zich vaak hulpeloos.
  • Reageren niet als het niet goed gaat, zijn passief, een beetje afwezig.

Ik heb dit veel gezien tijdens CoPi en Rot oefening van crisisteams. Tijdens de evaluaties zijn dit de deelnemers die zeggen dat het scenario niet klopte, het tegenspel niet functioneerde of de leider incompetent was.
Het is je collega die tijdens een project zijn werk niet af heeft en reden geeft waarom anderen iets niet gedaan hebben.
Het is je werknemer die tijdens een overleg vertelt dat hij zijn werk niet kan doen omdat zijn collega’s het niet op orde hebben.

Wat kun je doen om iemand meer in de interne locus of control modes te krijgen?

  • Realiseer je dat de ander er niets aan kan doen. Als jij meer een intern locus of control beheerst ben je een bofferd en mogelijk kun je je niet voorstellen dat een ander dit niet heeft. Probeer zonder oordeel te zijn en leer begrip te hebben voor de ander.
  • Vaak hebben mensen geen idee dat ze meer een externe locus of control hebben. Je zult ze hierop mogen attenderen. Pas als je weet dat het mogelijk is dat het ook anders kan heb je een keuze om te leren het ook anders te gaan doen. Leg ze uit dat er twee vormen bestaan. Vertel hoe je op twee manieren tegen een situatie aan kunt kijken.
  • Noem de voordelen: Je vergroot je veerkracht, je blijft gezonder en is de basis van je welbevinden.
  • Geef ze de handvatten om hiermee zelf aan de slag te gaan zoals hieronder gegeven.

Bekijk jij situaties vanuit een externe locus of control?

Het is belangrijke dat je beseft dat je dit zo doet en dat je je nu bewust bent dat het ook anders kan. Je kunt het beter nu leren dan als je in een situatie komt waaruit je niet meer opveert. Je vergroot je eigen verantwoordelijkheid en je gezondheid.

  • Elke keer als je jezelf hoort zeggen dat iemand anders of de situatie de schuld heeft aan iets beantwoord je ook de volgende vragen:
    Wat had ik anders kunnen doen?
    Waar heb ik wel invloed op?
  • Kies een persoon die heel goed is in de interne locus of control.
    Vraag hem/haar hoe hij dat doet, wat denk je en wat geloof je als je prestaties afhankelijk zijn van je eigen vaardigheden. Wat doe je om de situatie vanuit jezelf te bekijken.
  • Vraag anderen je te helpen.
    Mensen uit je omgeving weten al lang dat jij op deze manier reageert. Vraag hen of ze de volgende vragen willen stellen als je reageert vanuit een externe locus of control:
    Welke rol speel jij in dit geheel?
    Welke rol zou je willen spelen?

Twijfel je of jij een intern of extern locus of control hebt?
Vraag je partner, kind of collega hoe zij jou zien?