Er zijn momenten dat je betrokken raakt met een slachtoffer of een betrokkene. Het siert je als je dit gevoel kent. Het maakt je menselijk en empathisch. Je professionele distantie en persoonlijke betrokkenheid zijn in balans. Dit is makkelijk voor je als je je gevoed voelt met positieve waardering, je organisatorische en materiele zaken op orde zijn, de informatiedoorstroming goed is, je serieus genomen wordt en gerespecteerd. Je ervaart balans tussen dat wat je geeft en wat je ontvangt. Privé gaat het lekker en je zit lekker in je vel.
Je houdt afstand, je bent rationeel aan het werk, je weet welke instrumenten je nodig hebt, welke zaken gedaan moeten worden en je handelt. Hierdoor heb je minder oog voor de menselijk aspecten binnen de inzet. Het nadeel kan zijn dat je onvoldoende mensen uitvraagt en daardoor informatie mist. Het voordeel kan zijn dat je taak op orde is en je minder snel betrokken raakt.
Als je makkelijk in relatie bent met slachtoffers of betrokkenen ben je meer emotioneel aan het werk. Je vindt het belangrijk om van betekenis te zijn op persoonlijk gebied. Je bent in gesprek met de persoon en maakt contact, je luistert en sluit je aan bij de ander. Het nadeel kan zijn, dat je van betrokken zijn doorglijdt naar overbetrokkenheid. Het voordeel is dat de ander zich gezien en gehoord voelt en jij beter aansluit bij wat er op dat moment persoonlijk nodig is en je past daar je instrumentarium op af.
Soms word je door één blik van het slachtoffer of betrokkene gegrepen. Soms doordat je het slachtoffer of de context associeert met je eigen leven. Je wordt geraakt omdat de auto van je broer betrokken is geraakt bij een ongeluk. Blijkt achteraf dat het zijn auto niet was maar er wel op leek. Het slachtoffer heeft dezelfde leeftijd als je eigen kind. Of je ziet op de plek van het incident dezelfde kledingstukken die ook bij jou in huis liggen. Het kan je ook gebeuren als iemand in je armen overlijdt.
Het overkomt je in een split second. Je kunt het niet voorkomen want zo zijn je hersenen gewired.
Je wilt weten of het slachtoffer het gehaald heeft of het kindje goed terecht is gekomen. Je voelt een sterke drang om informatie te krijgen om gerustgesteld te worden, anders blijf je jezelf van alles afvragen. Je kunt zelfs in een soort overlevingsstand terecht komen waarin je een drang voelt om in contact te willen blijven met het slachtoffer, niemand die je tegenhoudt. Iemand moet iets doen en dat ben jij (de redder). Het voelt alsof de ander onder je huid is gekropen en dan draag je de persoon (of situatie) met je mee.
Dit kost heel veel energie. Vaak ben je je niet bewust dat je de grens over bent gegaan van professionele betrokkenheid naar overbetrokkenheid. Je bent nu in onbalans geraakt.
Door een opmerking van een collega of partners kun je je bewust worden dat je overbetrokken bent geraakt. Op het moment dat ze er iets over zeggen voel je irritatie opkomen.
Je staat op en gaat naar bed met de persoon in je gedachten. Hoe zal het met hem/haar gaan? Heeft hij het gered? Het niet weten van het antwoord is erger dan het antwoord. Je gaat er niet onder gebukt maar je wilt hier wel graag van loskomen.
Of je hebt geen tijd om achter het antwoord te komen of niemand weet hoe het verder is verlopen. Ook als het al van veel langer geleden is, kan het je nog bezighouden. Mogelijk omdat je vindt dat je steken hebt laten vallen of als je vindt dat je het anders of beter had moeten doen.
Je zegt hier eigenlijk mee : ‘Ik kan hier niets meer aan veranderen (ik heb mijn inzichten en lessen geleerd). Ik wil en mag weer verder’.
Ervaringen zijn niet bedoeld om in te blijven hangen, maar doorheen te bewegen en weer van los te komen.
* citaat van Willem-Jan Glaudemans
... of lees één van de onderstaande tips.