Potentie.

Met potentie wordt een stress-buffer mechanisme bedoeld dat - na een verstoring van het evenwicht door een vervelende ervaring - geactiveerd wordt. Hoe groter je buffer, hoe hoger je potentie, hoe kleiner je buffer, hoe lager je potentie. Een heftige ervaring verstoort jouw homeostase (evenwicht) en met de juiste copingstijlen kom je weer terug in evenwicht. Als je voldoende buffer (veerkracht) hebt, bereik je sneller jouw homeostase. Soms duurt dit langer en het niet in evenwicht zijn geeft stress. Hoe langer je uit evenwicht bent hoe lastiger het is om weer in evenwicht te komen. Potentie kun je zien als het tegenovergestelde van aangeleerde hulpeloosheid.

De volgende drie factoren spelen een grote rol bij jouw stress-buffer mechanisme.

Copingstijlen.

Potentie is een veerkracht waarin jouw copingstijl een belangrijke rol speelt volgens L. Ben-Sira. Door functionele copingsystemen te gebruiken zal je meer buffer hebben en minder stress ervaren. Hij noemt de copingstijl die je gebruikt tijdens een incident een primaire stijl.

Het is niet realistisch om te veronderstellen dat je altijd de beste copingstijl hanteert en dat is niet erg als je maar na je heftige ervaring weer terugkomt in jouw gewone functioneren. Dit herpakken na het incident noemt hij de secondaire fase. In de secondaire fase maak je ook gebruik van copingstijlen. Een effectieve copingstijl brengt je sneller in homeostase en verkort je stressduur.  

Binnen potentie gaat het om evenwicht, weer terug komen in je homeostase - de voor jou gewone normale functionerende staat.

Betrokkenheid ervaren van anderen.

Ben-Sira ontdekte tijdens zijn studie naar potentie het belang van de betrokkenheid van anderen op jou. Een leidinggevende die persoonlijk betrokken is bij jou helpt jouw potentie te vergroten. Het gevoel dat jouw werk zin heeft en gewaardeerd wordt beïnvloedt jou positief. Als iemand interesse in jou toont na een heftige gebeurtenis is dat waardevol en van belang. Een partner die naar je wil luisteren of begrip kan hebben voor jouw situatie is een belangrijke vorm van betrokkenheid. Een betrokken vriend en collega is belangrijk om een buffer op te bouwen.

Het is bijna onmogelijk om een succesvolle coping te hebben als je omgeving onvoorspelbaar en onbegrijpelijk is volgens Ben-Sira. Als een professional in een uitdagende werkomgeving kun je je werkomgeving als onvoorspelbaar en onbegrijpelijk ervaren. Omringd worden door betrokkenheid vanuit de vijf gebieden (organisatie, leidinggevende, collega’s, vrienden en dierbaren) zorgt voor een betere buffer. Het is niet altijd mogelijk om op deze vijf gebieden je ook optimaal betrokken te voelen.  

  • Ervaar jij de betrokkenheid van anderen?
  • Op welk van de vijf gebieden ervaar je wel betrokkenheid en op welk de gebieden niet of onvoldoende?
  • Welke invloed heeft dit op jou? Als je wel of als je geen betrokkenheid ervaart.
  • Wat kun jij doen om meer betrokkenheid te gaan ervaren? Moet je hiervoor je invloed naar anderen vergroten? Gaat het je helpen om te berusten in het feit dat het er niet is?

Positieve ervaringen.

Als derde vergroot je je potentie door positieve copingstijl te ervaren. Het accumuleren van positieve ervaringen vergroot je buffer. Hierdoor wordt je gestimuleerd om deze copingstijl te blijven gebruiken. Je wordt bevestigd dat het herhaaldelijk ervaren van je copingstijl je minder stress geeft en je hierdoor sneller in jouw homeostase komt.

  • Noem een aantal lastige momenten waar je positieve copingstijlen hebt gebruikt?
  • Wat was de situatie?
  • Welke copingstijl heb je daarbij gebruikt?
  • Ervoer je na afloop meer of minder stress?
  • Herpakte je na afloop van het incident sneller of minder snel je homeostase?
  • Noem een aantal lastige momenten waar je minder effectieve copingstijlen hebt gebruikt?
  • Wat was de situatie?
  • Welke copingstijl heb je daarbij gebruikt?
  • Ervoer je na afloop meer of minder stress?
  • Herpakte je na afloop van het incident sneller of minder snel je homeostase?

Laat de minder functionele copingstijl ervaringen los of geef ze minder aandacht. Denk vaker terug aan de positieve copingstijl ervaringen.

Overlap tussen de zes factoren van fortiginese.

In de voorgaande factoren van fortigenese ging het over je karaktereigenschappen zoals de mate waarin je coherentiezin ervoer. Zinvolheid wordt ook door Ben-Sira aangehaald als belangrijk voor een gezonde buffer. Bij locus of control gaat het erom waar jij gelooft dat jouw controle ligt. Self-efficacy beliefs heeft met je overtuigingen te maken en deze worden deels door je omgeving gevormd. Gehardheid wordt bepaald door je verbondenheid met anderen, de mate van controle en de lef om uitdagingen aan te gaan. Bij potentie word je copingstijl deels bepaald door je karaktereigenschappen, je positieve en negatieve ervaringen. Hier kun je enige invloed op uitoefenen maar je hebt minder invloed op de mate waarin de ander betrokken is bij jou. Dat kan lastiger zijn.