Transactionele analyse

In ieder mens leven drie zijnswijzen: de Ouder, de Volwassene en het Kind. Deze drie zijnswijzen zijn niet bij iedereen even sterk ontwikkeld, vandaar de verschillen in persoonlijkheid. Zij spelen wel alle drie mee in jou alledaagse gebeurtenissen en contacten met anderen. Je kunt van het ene op het andere moment overgaan van de ene zijnswijze in de andere. Soms handel je op basis van aangeleerde normen, soms zal je gevoelsmatig of emotioneel reageren en ook kun je rationeel optreden. Bewustwording van deze rollen geeft jou meer vrijheid om je zijnswijze te kiezen in plaats van dat een bepaalde rol je overkomt.

De ouder.

•    Heeft eigen opvattingen zoals; je behoort, je moet altijd en je mag nooit
•    Beveelt en verbiedt
•    Heeft oordelen
•    Heeft vooroordelen
•    Houding zoals; handen in de zij, opgeheven vingertje en gefronste wenkbrauwen
•    Betuttelt, houdt je klein of afhankelijk

De Volwassene

•    Verzamelt feiten
•    Weegt voor- en nadelen tegen elkaar af
•    Berekent hoe groot de kansen zijn
•    Neemt dan een beslissing
•    Voert deze vervolgens uit
•    Aanvaardt de verantwoordelijkheid en de consequenties van zijn doen en laten

De Volwassene zal altijd rekening houden met zijn Ouder-normen en zijn Kind-gevoelens. Want in het leven van alledag reageren zowel Ouder als Kind mee. De Volwassene test of de Ouder normen en Kind gevoelens, die spontaan opkomen, hier en nu toepasselijk zijn. Om deze vervolgens te verwerken of te verwerpen. De Volwassene neemt dus doordachte beslissingen.
Rekening houdend met de Oudernormen en Kind-gevoelens van zowel hemzelf als van anderen. Kenmerkende Volwassen vragen beginnen met: Wie, wat, waar, welke, wanneer, waarom, hoe e.d.
De Volwassene is rationeel, vraagt, luistert, is flexibel en objectief, beslist, organiseert en doet. Hij bemiddelt tussen Ouder en Kind.

Het kind.

•    Is emotioneel
•    Is spontaan, blij, opgewonden of treurig, bang, boos, opstandig
•    Is nieuwsgierig en creatief, maar ook manipulatief.
•    Wil zich vermaken en liefhebben
•    Kan zich mokkend in zichzelf terugtrekken of dromend fantaseren
•    Kan volgzaam en aangepast zijn
•    Kan pruilen of opstandig zijn


Productieve transacties

Hoe kun je nu verbetering brengen in je contacten? De meeste kans op een productieve transactie is er als de Volwassene de touwtjes in handen blijft houden. Dat je de Ouder en het Kind in jou blijft aansturen. Echter, de Ouder en Kind van jou en de ander reageren wel mee. De moeilijkheden beginnen als Ouder of Kind het commando overneemt.
Je weet, het Kind reageert impulsief emotioneel, terwijl de Ouder-normen in het geheel niet toepasselijk behoeven te zijn in het hier en nu. Geen van beide zijn beste adviseurs maar hebben wel invloed.
Wat kunnen we nu doen als de Ouder of het Kind van onze gesprekspartner de overhand krijgt?

Volwassen-vragen stellen

Zélf in de Volwassene-rol blijven en door middel van Volwassen-vragen de ander helpen in zijn Volwassene-rol terug te keren. Je leidt het gesprek terug naar de feiten en dan kun je je concentreren op de werkelijke problemen. De Volwassene houdt zich bezig met oorzaak en gevolg, feiten en realiteit. Als we nu in een moeilijke situatie terecht komen b.v. met een cliënt, zijn Volwassen-vragen doeltreffend.

Bijvoorbeeld: Wat is het probleem? Hoe kan ik je te helpen? Wanneer is het klaar? Van wie heb je nu iets nodig? Waar is het gebeurd? Altijd?
De ander wordt op deze manier in zijn Volwassene-rol gebracht door zich te richten op de feiten. Je verzoekt de ander zijn ratio te gebruiken. Dat kan alleen de Volwassene. Je nodigt de ander uit om bij de feiten en realiteit te komen en blijven.

Andere, zeer effectieve vragen zijn:
* Is dat alles? Betreft het iedereen? Geldt dat voor allemaal?
* Wat bedoel je precies?
* Kun je wat specifieker zijn?
* In vergelijking tot wat vind je dat?
* Hoe laat was dat?

Actief luisteren

Volwassen-vragen zijn niet altijd voldoende om een onproductieve transactie effectiever te maken. Het kan voorkomen dat de gevoelens van een ander zo met het probleem zijn verbonden, dat je je eerst met die gevoelens moet bezighouden alvorens de ander in staat zal zijn het werkelijke probleem te benaderen. In deze gevallen is Actief luisteren de meest zinvolle techniek.

Actief luisteren houdt in dat we de andere persoon teruggeven wat je hem hoort zeggen. Het is een manier om de ander te laten weten hoe je zijn boodschap hebt ontvangen. Actief luisteren betekent niet alleen luisteren naar wat er gezegd wordt, maar ook naar een eventuele ondertoon of bijbedoeling. Je kunt dan controleren of je het goed begrepen hebt door de inhoud samen te vatten en de bedoeling te verwoorden zoals jij die begrepen hebt. Je geeft de ander dan de gelegenheid dit te bevestigen of te ontkennen en dan toe te lichten.

Voorbeelden zijn:
* Heb ik het goed, bedoel je   
* Laten we even zien of ik het goed begrepen heb, je zei  
* Dat klinkt alsof … (je heel boos bent)
* Dus   
* Als ik het goed heb begrepen zeg je …
Zodra de ander ‘ja’ zegt ga je naar Volwassen-vragen stellen.

Hiermee beperk je misverstanden. Met Actief luisteren probeer je door begrip te tonen voor de ander invloed uit te oefenen op zijn disfunctionele rol en deze te verschuiven naar de Volwassen-rol.
Dit heeft als voordeel dat je niet altijd iets hoeft met de boodschap, je kunt luisteren zonder direct het probleem aan te hoeven pakken. Het gaat om luisteren en begrijpen niet om in de houding te schieten. Een soort slag om de arm. Het geeft je ruimte om na te denken wat je verder wil, dat je juist niets wil of over wil schakelen naar Volwassen-vragen stellen.

Open kaart spelen

Het kan zijn dat je in een situatie verzeild raakt die hopeloos lijkt. Je hebt Volwassen-vragen stellen en Actief luisteren geprobeerd, maar je hebt nog steeds geen positief resultaat bereikt. Dan kun je ervoor kiezen om Open kaart te spelen. Om je eigen gevoelens onder woorden te brengen, om de ander te laten weten hoe je je voelt en wat je mening is.
Het is belangrijk dat dit Volwassen gebeurt en niet op een bedreigende of emotionele manier. Je geeft dan de ander de gelegenheid de situatie te bekijken vanuit jouw standpunt. Je kunt de ander ook uitnodigen tot een beslissing. Zeg het simpel, direct en vriendelijk.

Bijvoorbeeld: “Het spijt me, mijnheer De Boer. Ik heb begrip voor je situatie. Ik doe alles wat in mijn vermogen ligt om je te helpen. Maar ik begin nu te geloven dat, wat ik ook doe, ik je niet tevreden kan stellen. En dat je van mening blijft, dat ik mijn werk niet goed doe. Zo komen we niet verder, is dat wat je wil”.
Of: ‘Ik snap je probleem, het is heel vervelend maar ik kan je probleem niet oplossen. Wat kan jezelf nog doen’.

Hier komen twee zaken samen, je spreekt uit hoe je je voelt. Deze kwetsbaarheid is een kracht ook al lijkt het een zwakte. Je spreekt je machteloosheid uit en daarmee geef je ook een grens aan. ‘Ik heb alles geprobeerd, verder ga ik niet’.  

Open communicatie

Met deze drie methoden, Volwassen-vragen stellen, Actief luisteren en Open kaart spelen, beoefen je open communicatie. Je maakt gebruik van je hele persoonlijkheid: Ouder, Volwassen en Kind. Waarbij de Volwassene het bevel blijft voeren. Zo is je Volwassene een Autonome Volwassene, die de drie zijnswijzen van de ander herkent, respecteert en tevreden stelt. Je benut de mogelijkheden optimaal. Je geeft jezelf de beste kans op succes op basis van: Ik ben OK, jij bent OK.